Bij NK Sparring Taekwondo staat relatief weinig op het spel. Veel toppers slaan het toernooi daarom over. Maar voor nieuw talent is het een prachtige kans zich in de kijker te vechten.
-
Twee jonge taekwonkoda?s tonen hun vaardigheden tijdens het NK Sparring. (FOTO PATRICK POST)
Mike de Wit gaat binnen een paar seconden neer. Hij huilt van de pijn. Fawad Popal lacht triomfantelijk naar zijn coach Fred Buitenhuis, tevens voorzitter van de Nederlandse Taekwondo Bond. „De knock-outkick noem ik hem”, glundert Popal iets later. „Ik heb er maanden op getraind.” Het is technisch een zeer moeilijke trap. Dat ziet zelfs een leek. Een achterwaartse draai, en de hoog geheven voet moet dan precies in de nek van de tegenstander komen op het moment dat die naar voren komt en daardoor even uit balans is. „Je moet een beetje geluk hebben”, geeft Popal toe.
Het NK Sparring Taekwondo in Almere is zaterdag druk bezet. Maar liefst 271 deelnemers strijden er om de besloten Nederlandse titel in een veelvoud aan leeftijd- en gewichtsklassen. Alleen bij de senioren telt het toernooi al acht mannen- en acht vrouwencategorieën. Het veld in Popal’s klasse – tot 63 kilogram – is het sterkst bezet met elf taekwondoka’s.
Toch staat het NK Sparring ook dit jaar weer in de schaduw van het Open Nederland Kampioenschap. Eind februari verzamelt op dat toernooi in Eindhoven een groot deel van de wereldtop zich in Nederland. Daar komt bij dat 2011 het kwalificatiejaar is voor de Olympische Spelen 2012 in Londen. In dat licht trok de Nederlandse selectie een aantal taekwondoka’s terug voor het NK Sparring, opdat zij zich beter zouden kunnen voorbereiden op het Zweedse toernooi in Trelleborg begin februari, waar een kwalificatie te verdienen valt. Dennis Bekkers, de enige Nederlandse deelnemer aan Peking 2008 is er daarom niet bij in Almere, net zo min als Rafik Zohri. „Eigenlijk vind ik dat je moet starten op een NK”, zei Zohri afgelopen week. „Maar er spelen nu andere dingen. Ik stond voor de vraag: wat is het belang? Echt tegenstand is er niet en het is riskant met het oog op blessures.”
De Nederlandse topper Tommy Mollet doet wel mee, in de categorie tot tachtig kilogram. Net als voormalig wereldkampioen Ferry Greevink in de klasse boven 87. „Ik kan hier mooi ritme opdoen”, zegt Mollet, nadat hij met veel pijn en moeite zijn eerste ronde heeft gewonnen. „Ik heb mede door blessures sinds mei vorig jaar alle wedstrijden moeten missen.”
Bondsvoorzitter Buitenhuis heeft wel begrip voor de terugtrekking van de meeste toppers. Al is het natuurlijk jammer voor het toernooi. „Het is zo’n prachtige hal en op de tribunes zitten honderden toeschouwers”, jubelt hij.
De aanloop is deels zo groot, omdat ervoor is gekozen de entree gratis te maken. „We willen de sport promoten”, legt Buitenhuis uit. Dat is nodig, want Nederland, dat ooit bij de wereldtop hoorde, is de laatste jaren qua niveau weggezakt.”
Gelukkig staat er een talentvolle nieuwe generatie te trappelen om na Londen het stokje van de huidige lichting taekwondoka’s over te nemen, verzekert Buitenhuis. Het is een zeer gemêleerde groep jongeren. Dat blijkt wel op het NK Sparring. Multicultureler kan het haast niet. Oer-Hollandse namen als Steven Ouwehand en Rob van der Ploeg delen de wedstrijdformulieren met exotischer namen als Mike Chen, Jawid Dephoor, Khadija el Baroud en Monica Pimentel Rodriguez. „In Nederland beseffen veel mensen niet hoe groot de sport wereldwijd is”, zegt Buitenhuis. „Taekwondo wordt beoefend in 192 landen. In Turkije bijvoorbeeld is het nationaal de tweede sport.”
Mollet komt gelukkig op dreef in de halve finale. Hij wint het toernooi, net als Greevink, uiteindelijk vrij gemakkelijk. „Je hoeveelste nationale titel is dit Tommy?” vraagt een journalist grappend. „Geen idee, de tiende?” lacht Mollet terug. Ook voor Greevink is zijn elfde titel geen verrassing. „Voor echte concurrentie moet ik jammer genoeg naar het buitenland.”
Teleurstellender loopt het toernooi af voor Popal. Hij verliest zijn finale van zijn eeuwige rivaal Roman Zemar. Die klopte hij nog in de finale van 2009. Maar Zemar bleek ook vorig jaar al net te sterk. „Ik was kapot”, luidt Popal’s verklaring. Hij heeft last van zijn rechterbeen.
Popal’s tijd komt nog wel, weet zijn coach Buitenhuis. Hij is pas begin twintig. „Als Fawad twee keer per dag zou gaan trainen bij de Nederlandse selectie, behoort hij zo tot de wereldtop”, zegt hij. Popal heeft al wel een uitnodiging op zak voor de nationale selectie, maar hij wil eerst zijn opleiding afmaken. „Met taekwondo valt niet veel geld te verdienen”, verklaart Popal zijn keuze. Nog anderhalf jaar, dan kan is hij klaar, dan kan hij zich volledig op de sport richten.
Tot die tijd moet hij zich in de kijker blijven spelen op het NK Sparring. Volgens Buitenhuis is dat, ondanks zijn verlies, ook dit jaar weer prima gelukt. „Ik zei toch dat zijn finale een van de mooiste wedstrijden van het toernooi zou worden”, zegt Buitenhuis. Zijn gezicht straalt. „Zo’n wedstrijd, dat is toch heel motiverend, dat is toch heel mooi voor de sport?”
Laatste reacties